Voor het derde jaar op rij heeft Francesco Bagnaia de Grand Prix van Spanje op zijn naam geschreven. De Ducati-rijder moest vanaf de derde startrij beginnen, maar voor het einde van de eerste ronde had hij de leiding al in handen. Dat had hij mede te danken aan een prachtige inhaalactie voor bocht zes, waar hij Jorge Martín en Marco Bezzecchi buitenom passeerde. In de slotfase van de race volgde nog een mooi duel met Marc Márquez. Tijdens de persconferentie in Jerez verklaarde Bagnaia dat hij zijn zege voor een groot deel aan die openingsfase te danken had.

“Zestig procent van de race won ik bij de start, daar waar ik gisteren verloor. Toen probeerde ik dezelfde inhaalactie in bocht zes, maar was het aan de buitenkant ietwat nat. Vandaag probeerde ik het opnieuw en ging het perfect. Daar ben ik heel blij mee”, verklaarde Bagnaia na zijn tweede zege van het seizoen. “Daarna was het belangrijk om niet te veel kracht te gebruiken bij het remmen, want het gevoel aan de voorkant was niet optimaal. Misschien kwam dat door de lage temperatuur, dat weet ik niet, maar er was veel beweging. Ik ben heel blij, want de race was heel lang, maar we hebben het perfect gemanaged zonder te veel risico te nemen. Ik had ook nog wat marge voor de laatste ronden.”

Waarom Bagnaia graag wilde leiden in Jerez

In de slotfase moest Bagnaia nog de strijd aangaan met Márquez, die tot tweemaal toe de aanval inzette op 27-jarige Italiaan. Op beide inhaalpogingen in bocht negen had hij echter een passend antwoord klaar, om daarna met de snelste raceronde ooit in Jerez een beslissend gaatje te slaan. Het was volgens Bagnaia dan ook belangrijk om vooraan te rijden op het bochtige Circuito de Jerez, wat zowel zijn vroege opmars als het opbouwen van een voorsprong na de crash van Jorge Martín verklaarde.

“Als je de kans hebt om vooraan te rijden, dan is dat het belangrijkste. Zodra je leidt, heb je geen vuile lucht en zit je niet met de bandenspanning en bandentemperatuur. Ik probeerde het maximale te doen”, legde Bagnaia uit. “Toen ik achter Martín zat, ging in vier, vijf ronden de bandenspanning omhoog. Het was heel moeilijk om de motor af te remmen en mijn eigen lijn te rijden. Toen hij crashte, was het gevoel beter en kon ik betere rondetijden rijden. Het is best apart. Zodra je een rijder bijhaalt, moet je er meteen voor gaan. Want als je dat niet doet… Zelfs als je sneller bent, kun je niet doen wat je wil.”

Meer over de GP van Spanje: